Vegacheck

Wat betekent de uitslag van Vegacheck?

Bloedonderzoek voor vegetariërs en veganisten die van tijd tot tijd hun bloedwaarden willen meten.

HEMATLOGIE

WBC(leukocyten) Witte bloedcellen   

Verhoogd: 
Bij infecties, ontstekingen en kanker. Verlaagd bij medicijngebruik(bijvoorbeeld methotrexaat), bij sommige auto-immuunziekten, bij sommige ernstige infecties en bij het niet goed werken van het beenmerg

RBC(erytrocyten) Rode bloedcellen    

Verlaagd:
Bij een bloedarmoede. Verhoogd bij een toegenomen aanmaak en bij vloeistof verlies door diarree, uitdroging of brandwonden.

Hemoglobine
De normaalwaarden (referentiewaarden) van hemoglobine zijn onder andere afhankelijk van leeftijd en geslacht. 

Een verhoogd hemoglobine kan het gevolg zijn van:

  • uitdroging
  • verhoogde aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg
  • ernstige longziekten
  • Langdurig verblijf op grote hoogte (>2000 meter)

Een verlaagd hemoglobine kan het gevolg zijn van:

  • ijzergebrek of gebrek aan de vitaminen foliumzuur en vitamine-B12
  • erfelijke hemoglobine afwijkingen zoals bij sikkelcel anemie of thallassemie
  • erfelijke aandoeningen van rode bloedcellen
  • lever afbraak (levercirrose)
  • overmatig bloedverlies
  • verhoogde afbraak van rode bloedcellen
  • nierziekten
  • chronische ontstekingsziekten
  • slecht functionerend beenmerg (aplastische anemie)

Hematocriet

Verlaagd:
Verlaagd hematocriet duidt op bloedarmoede, bijvoorbeeld veroorzaakt door ijzergebrek. Andere oorzaken van een verlaagd hematocriet kunnen zijn vitaminegebrek, een bloeding, leverziekten of kanker. Verder onderzoek is nodig om de oorzaak van de bloedarmoede op te sporen.

Verhoogd:
Verhoogd hematocriet wordt meestal veroorzaakt door uitdroging. Inname van voldoende vocht lost dit probleem meestal op. Een andere oorzaak van een hoog hematocriet kan de ziekte polycytemia vera zijn. Hierbij worden in het beenmerg te veel rode bloedcellen aangemaakt. Ook komt verhoogd hematocriet voor als de longen niet goed functioneren waardoor het lichaam te weinig zuurstof krijgt. Om dit zuurstofgebrek te compenseren maakt het beenmerg meer rode bloedcellen aan en dat leidt tot verhoogd hematocriet.

Trombocyten

Verhoogd:
Infecties en ontstekingen, ijzergebrek en miltverwijdering kunnen het aantal trombocyten tijdelijk verhogen. Soms komt een hoog trombocyten aantal voor zonder aanwijsbare reden en zonder gevolgen. Ook kan in geval van bepaalde beenmergziekten (zogeheten myeloproliferatieve ziekten) het aantal trombocyten verhoogd zijn. Bij deze beenmergziekten kan zowel een bloedingsneiging voorkomen als het makkelijker vormen van een stolsel (trombose).

Verlaagd:
Een laag trombocyten aantal kan worden veroorzaakt door een verminderde aanmaak van trombocyten in het beenmerg of door een versnelde afbraak in het bloed. In beide gevallen kan het aantal trombocyten zo laag worden dat er spontaan bloedingen optreden.

Calcium
Als de hoeveelheid calcium normaal is en ook de andere labtesten niet afwijkend zijn, is de calciumhuishouding in orde. De referentiewaarden in bloed voor totaal calcium liggen tussen de 2,10-2,55 mmol/l.

Verhoogd:
Als er te veel calcium in het bloed is, kan dat komen door een verhoogde productie van het bijschildklierhormoon PTH (mogelijk als gevolg van een veelal goedaardige tumor in de bijschildklier). Hierdoor wordt er in de darmen teveel calcium opgenomen en uit te botten teveel calcium vrijgemaakt. Ook als gevolg van uitzaaiing van kanker naar de botten kan het calciumgehalte in het bloed toenemen.

Andere oorzaken voor een verhoogd calcium in bloed zijn:

  • snel werkende schildklier
  • sarcoïdose
  • tuberculose
  • langdurige immobiliteit
  • niertransplantaat
  • te veel inname van vitamine D tabletten
  • te veel inname van plastabletten

Verlaagd:
Een lage hoeveelheid calcium in bloed wordt meestal veroorzaakt door verminderd eiwit in het bloed. Het totale calciumgehalte is dan verlaagd, maar het geïoniseerde calcium is normaal. De calciumhuishouding is dan dus ook niet verstoord. 

Andere oorzaken voor een verlaagd calciumgehalte in bloed zijn:

  • verminderde productie van het bijschildklierhormoon PTH
  • langzaamwerkende schildklier
  • ongevoeligheid voor de werking van PTH (erfelijk bepaald)
  • extreem tekort van calcium door ondervoeding
  • tekort aan magnesium
  • te veel fosfaat
  • plotselinge ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis)
  • nierfalen
  • alcoholisme
  • tetanusinfectie (straatvuil)

Eiwit totaal
Het totaal eiwit ligt bij gezonde personen tussen 60 - 80 gram per liter (g/l) in serum en tussen 63 - 83 g/l in plasma.

Verhoogd:
Een licht verhoogde waarde voor totaal eiwit zou kunnen wijzen op uitdroging. Een andere oorzaak is een te grote aanmaak van één of meerdere soorten immunoglobulinen. Bij een sterke verhoging (hoger dan 90 g/l) moet nader onderzoek uitwijzen wat de oorzaak is. Vaak zal in eerste instantie de hoeveelheid van afzonderlijke eiwitten worden gemeten (albumine, IgG, IgM en IgA). Bij een hoge concentratie immunoglobulinen (Ig's) zal de dokter vaak een M-proteïne-onderzoek aanvragen om na te gaan om welke immunoglobulinen het gaat. Een hoge concentratie immunoglobulinen kan het gevolg zijn van leverziekten (cirrose) en de ziekte van Kahler (plasmacelwoekering).

Verlaagd:
Een verlaagde waarde komt vaak voor bij eiwitverlies als gevolg van nierproblemen, bijvoorbeeld na een nierontsteking, als de darmen niet goed functioneren of bij ernstige verbrandingen. Ook te lage eiwitinname via de voeding (bijvoorbeeld door anorexia) kan leiden tot een laag totaal eiwitgehalte. Een te lage hoeveelheid albumine wordt vaak veroorzaakt door een verstoorde albumineproductie door een leverziekte. Daarnaast komt het voor dat er te weinig albumine in het bloed aanwezig is omdat het eiwit lekt naar de omliggende weefsels. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een shock of bij een ernstige infectie. Na het drinken van (te) grote hoeveelheden water kan het totaal eiwitgehalte verlaagd zijn als gevolg van verdunning van het bloed.

IJzer

Normaal:
Bij gezonde personen is de gemiddelde ijzerserumwaarde ongeveer 20 µmol/l 

Verhoogd:
Serumijzer is dan (veel) hoger dan 30 µmol/l. In dat geval kan er sprake zijn van ijzerstapeling, een ziekte waarbij het lichaam constant te veel ijzer opneemt uit het voedsel in de darm omdat de darmcellen 'denken' dat het lichaam te weinig ijzer heeft. Verhoging kan ook voorkomen bij patiënten die net begonnen zijn met het slikken van ijzertabletten.

Verlaagd:
Dit komt veel voor. Bij de menstruatie kunnen vrouwen bijvoorbeeld "te veel" bloed verliezen waardoor ijzergebrek ontstaat, en dat kan leiden tot bloedarmoede (anemie). Deze vorm van bloedarmoede heet ijzergebreksanemie. 

Vitamine B2
Vitamine B2 (riboflavine) maakt onderdeel uit van het vitamine B-complex. Vroeger dacht men dat er maar één vitamine B was. Later bleek vitamine B uit meerdere afzonderlijke vitamines te bestaan. B-vitamines zijn wateroplosbare vitamines. Vitamine B2 speelt een rol bij de instandhouding van het zenuwstelsel, de spijsvertering en de energiehuishouding. Ook is het van belang voor een gezonde huid en het gezichtsvermogen. Vitamine B2 draagt bij aan de bescherming van de cellen in het lichaam tegen oxidatieve schade.

Riboflavine is een wateroplosbaar vitamine. Riboflavine is een vitamine van het Vitamine B-complex. Het Vitamine B-complex bestaat uit acht vitamines. De opname van riboflavine geschied met name op passieve wijze. In sommige organen (lever, nieren en hart) wordt riboflavine opgeslagen als twee coenzymen (FAD en FMN) die betrokken zijn bij de energievrijmaking van de cel. Riboflavine wordt met de urine uitgescheiden.

Belangrijke bronnen van vitamine B2 zijn zuivel, vlees(waren), groenten, fruit en graanproducten.

De Gezondheidsraad heeft de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine B2 voor volwassen mannen vastgesteld op 1.5 milligram en voor vrouwen op 1.1 milligram. Dit komt overeen met 4 glazen melk. Een overzicht van de vitamine B2 behoefte tijdens alle levensfasen is te vinden bij ‘hoeveel heb ik nodig?’.

Er zijn weinig tot geen nadelige effecten bekend van een hoge vitamine B2-inname. Er is daarom geen veilige bovengrens vastgesteld. Het Vitamine Informatie Bureau hanteert een richtlijn van maximaal 5 x de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) per dag. Deze richtlijn is gebaseerd op de maximaal veilige bovengrenzen die opgesteld zijn in Nederland, de Europese Unie en de Verenigde Staten.

Er zijn weinig tot geen nadelige effecten bekend van een hoge vitamine B2 inname.

Bij een tekort aan vitamine B2 kunnen er ontstekingen van de huid ontstaan, voornamelijk bij de mondhoeken. Een vitamine B2-tekort kan leiden tot een verlaging van het hemoglobinegehalte en kan vermoeidheidsklachten geven. Dat is riskant: hemoglobine is de rode kleurstof in ons bloed en vervoert zuurstof in het bloed van de longen naar alle cellen in ons lichaam.

25-OH-Vitamine D
Momenteel vindt een harmonisatie plaats van de streefwaarde voor vitamine D in Nederland, namelijk een 25(OH)D concentratie van 50-150 nmol/l, met een optimum van 75-80 nmol/l. 

Verhoogd:
Een hoog vitamine D in de niet-werkzame vorm (25-hydroxy vitamine D) betekent meestal dat iemand te veel vitamine D binnen krijgt, bijvoorbeeld via vitaminepillen of andere supplementen. Een hoog vitamine D in de werkzame vorm (1,25-dihydroxy vitamine D) kan komen door te hoge productie van bijschildklierhormonen of bij ziekten zoals sarcoïdose of sommige lymfomen.

Een hoog vitamine D (concentraties boven 500 nmol/l) in combinatie met verhoogd calcium kan zorgen voor verkalking en schade aan organen zoals de nieren. Het lichaam probeert de hoeveelheid calcium te verlagen door calciumfosfaat af te zetten in de organen. De organen verkalken hierdoor en raken beschadigd.

Verlaagd:
Een laag vitamine D in de niet-werkzame vorm (25-hydroxy vitamine D) duidt op een vitamine D-tekort. Dit kan worden veroorzaakt door te weinig zonlicht, onvoldoende opname via de voeding of slechte opname vanuit de darmen. Een laag vitamine D in de werkzame vorm (1,25-dihydroxy vitamine D) kan ontstaan bij nierziekten. Het gebruik van sommige medicijnen tegen epilepsie kan leiden tot een minder goed functionerende lever waardoor deze minder vitamine D aanmaakt. Een te lage magnesiumwaarde kan leiden tot een verlaagde calciumwaarde. Het lichaam kan dit niet herstellen met behulp van vitamine D en bijschildklierhormoon (PTH). Na toediening van magnesium en calcium wordt de regulatie weer hersteld.

Vitamine D wordt aangemaakt in de huid, echter het zonlicht moet een bepaalde intensiteit hebben. Indien de schaduw van het lichaam langer is dan de werkelijke lichaamslengte is het lichaam niet meer in staat om zelf vitamine D aan te maken. Daarnaast kan vitamine D uit voedsel gehaald worden (vette vis, shiitake paddenstoelen, eierdooier, als additieven in margarine en braadvetten) of uit vitamine D pillen. De variant uit planten is de D2 variant maar wordt in het lichaam evengoed omgezet naar de werkzame metaboliet als de D3 vanuit dieren. Als indicatie van de relatie vitamine D inname (cholecalciferol) en de gemeten concentratie kan circa 1 microgram/dag voor elke nmol/l stijging aangehouden worden. Om van 50 naar 80 nmol/l 25(OH)D te gaan, is ongeveer 30 microgram cholecalciferol per dag nodig gedurende minimaal twee maanden

Beneden een 25(OH)D serumconcentratie van 20 nmol/l is de kans op rachitis en osteomalacie sterk vergroot (meerdere publicaties).

  • Spierpijn en klachten treden op bij concentraties      valrisico optreden bij concentraties
  • De botdichtheid daalt beduidend bij waarden
  • Door te streven naar een minimaal niveau van 75-80 nmol/l is winst te halen door risicoreductie voor meerdere soorten kanker
         en voor auto-immuunziekten (Dawson-Hughes, Biscchoff-Ferrari e.a.).
  • Men moet naar nog hogere waardes (> 100 nmol/l) voor speciale resultaten zoals het verlagen van de incidentie van aanvallen
         bij MS.
  • Tot een concentratie van circa 220 nmol/l bestaat geen gevaar voor een te hoog calcium.

Vitamine B12 
Bij gezonde mensen varieert het gehalte vitamine B12 in het bloed tussen de 140 en 650  pmol/l Er is volgens de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) sprake van een tekort aan vitamine B12 indien de waarden lager zijn dan 150 pmol/l oftewel lager dan 200 ng/l. Bij laagnormale waarden voor vitamine B12 wordt soms aanvullend homocysteïne of methylmalonzuur in het bloed bepaald om op celniveau een tekort vast te stellen.

Mogelijke oorzaken een vitamine B12-tekort zijn:

  • verminderde opname uit voedsel, doordat het dieet te weinig producten bevat met vitamine B12 of foliumzuur, of doordat het
         lichaam vitamine B12 en foliumzuur niet goed opneemt vanuit de darmen
  • tekort aan "intrinsic factor" in de maagwand waardoor vitamine B12 niet kan worden opgenomen vanuit het voedsel. Komt wel
         voor bij maagklachten.
  • een toegenomen uitscheiding via de nieren van vitamine B12 of foliumzuur bijvoorbeeld als gevolg van overmatig alcoholgebruik
         of het slikken van bepaalde medicijnen
  • een toegenomen behoefte van vitamine B12 of foliumzuur, zoals tijdens de zwangerschap.

Verhoogd:
Verhoogde waarden van vitamine B12 wijzen meestal op inname van supplementen zoals vitaminepillen. Ook komen verhoogde waarden voor bij bepaalde leukemieën (bloedkanker). Er zijn geen nadelige effecten bekend van een hoge inname van vitamine B12. Daarom is er geen bovengrens aan te geven. Het Vitamine Informatie Bureau hanteert een richtlijn van maximaal vijf keer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) per dag. Deze richtlijn is gebaseerd op de maximaal veilige bovengrenzen die opgesteld zijn in Nederland, de Europese Unie en de Verenigde Staten. 

Beschikbare consulten:
-Telefonisch consult HelloDoc

Place comment