Vechtsport Totaal

Wat betekent de uitslag van Vechtsport Totaal?

Alle testen van Bodybuilding en Free Fight gecombineerd, voor een totaal overzicht.

Hemoglobine
De normaalwaarden (referentiewaarden) van hemoglobine zijn onder andere afhankelijk van leeftijd en geslacht.

Een verhoogd hemoglobine kan het gevolg zijn van:

  • uitdroging
  • verhoogde aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg
  • ernstige longziekten
  • Langdurig verblijf op grote hoogte (>2000 meter)

Een verlaagd hemoglobine kan het gevolg zijn van:

  • ijzergebrek of gebrek aan de vitaminen foliumzuur en vitamine-B12
  • erfelijke hemoglobine afwijkingen zoals bij sikkelcel anemie of thallassemie
  • erfelijke aandoeningen van rode bloedcellen
  • lever afbraak (levercirrose)
  • overmatig bloedverlies
  • verhoogde afbraak van rode bloedcellen
  • nierziekten
  • chronische ontstekingsziekten
  • slecht functionerend beenmerg (aplastische anemie)

WBC(leukocyten) Witte bloedcellen       

Verhoogd:
Bij infecties, ontstekingen en kanker.

Verlaagd:
Bij medicijngebruik(bijvoorbeeld methotrexaat), bij sommige auto-immuunziekten, bij sommige ernstige infecties en bij het niet goed werken van het beenmerg

Trombocyten

Verhoogd:
Infecties en ontstekingen, ijzergebrek en miltverwijdering kunnen het aantal trombocyten tijdelijk verhogen. Soms komt een hoog trombocyten aantal voor zonder aanwijsbare reden en zonder gevolgen. Ook kan in geval van bepaalde beenmergziekten (zogeheten myeloproliferatieve ziekten) het aantal trombocyten verhoogd zijn. Bij deze beenmergziekten kan zowel een bloedingsneiging voorkomen als het makkelijker vormen van een stolsel (trombose).

Verlaagd:
Een laag trombocyten aantal kan worden veroorzaakt door een verminderde aanmaak van trombocyten in het beenmerg of door een versnelde afbraak in het bloed. In beide gevallen kan het aantal trombocyten zo laag worden dat er spontaan bloedingen optreden.

Cholesterol
De gewenste hoeveelheid cholesterol is 5,0 mmol/l of lager. Hierbij is het risico op hart- en vaatziekten niet verhoogd.

Licht verhoogd:
Bij een cholesterol tussen 5 mmol/l en 6,5 mmol/l is het risico op hart- en vaatziekten licht verhoogd. Op basis van een lipidenprofiel kan worden onderzocht hoeveel ‘goed' (HDL) en ‘slecht' (LDL) cholesterol in het bloed aanwezig is. Afhankelijk van dat onderzoek wordt bepaald of (en welke) behandeling nodig is.

Verhoogd:
Een cholesterol boven 6,5 mmol/l verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Op basis van een lipidenprofiel en andere tests kan de oorzaak van het hoge cholesterol verder worden onderzocht. Als de oorzaak bekend is zal een passende behandeling worden voorgeschreven. Verhoogd cholesterol komt ook vaak voor bij patiënten die behandeld worden en die nog niet de streefwaarde hebben bereikt. De streefwaarde wordt meestal vastgesteld op basis van het LDL-cholesterol.

http://www.hartstichting.nl/risicofactoren/hoog_cholesterol/wanneer_te_hoog/

Van nature schommelt het cholesterolgehalte. Een hoge waarde kan een uitschieter zijn.  Het is verstandig om deze waarden regelmatig te laten meten.

Patiënten met hart- en vaatziekten en/of diabetes type 2 hebben extra veel belang bij een laag cholesterolgehalte. Voor deze patiënten zijn daarom strengere streefwaarden opgesteld, namelijk een LDL-cholesterol van minimaal onder de 2,5 mmol/l en een totaal cholesterol van minder dan 4,5 mmol/l.

HDL
HDL-cholesterol is “goed” cholesterol en daarom is een hoge HDL-waarde beter dan een lage. Een HDL lager dan 1,04 mmol/L wordt beschouwd als een hoger risico op hart- en vaatziekten. Waarden tussen 1,04 en 1,55 mmol/L betekenen in het algemeen een matig risico en waarden boven 1,55 wijzen op een laag risico op hart- en vaatziekten. Het is gebruikelijk om te kijken naar de verhouding tussen totaal cholesterol en HDL-cholesterol. Deze verhouding moet kleiner zijn dan 5, maar kleiner dan 3,5 is het best. Het is echter van groot belang om bij de beoordeling van deze verhouding ook te kijken naar de uitkomsten van de afzonderlijke tests. Voor een juiste interpretatie is overleg met de huisarts nodig. Recente ontwikkelingen laten zien dat niet alleen de concentratie van het HDL van belang is, maar ook de werkzaamheid van het HDL-deeltje. Het komt voor dat de cholesterol verlaagd is bij ziekte, een paar dagen na een hartaanval of bij stress. Bij zwangerschap is de HDL-cholesterol dikwijls afwijkend (hoger of lager) ten opzichte van de normale situatie. Daarom is het beter om de test minimaal 6 weken na de zwangerschap uit te voeren.

Een hoog HDL-cholesterol is gunstig en een hoog LDL-cholesterol en een hoog triglyceridengehalte is ongunstig. HDL-cholesterol zorgt voor transport van cholesterol vanuit de vaatwand naar de lever. Hoe hoger het HDL-cholesterol, des te beter is de afvoer van overtollig cholesterol naar de lever.

LDL 
De test meet de hoeveelheid LDL-cholesterol in het bloed. LDL behoort tot de groep van de zogenaamde lipoproteïnen, die het transport van vetten - zoals cholesterol en triglyceriden - in het lichaam verzorgen. LDL transporteert voornamelijk cholesterol van het maag-darmkanaal naar de vaatwand. Verhoogde LDL-cholesterol concentraties zijn onwenselijk omdat daardoor cholesterol wordt afgezet op de wanden van de bloedvaten. Dit kan leiden tot een stugge vaatwand, een verminderde bloeddoorstroming en zelfs tot verstopping van het bloedvat. Zo kunnen hart- en vaatziekten ontstaan, die kunnen leiden tot een hartaanval of een beroerte. LDL-cholesterol wordt ook wel het 'slechte' cholesterol genoemd.

Bij de meeste gezonde mensen ligt de waarde van LDL cholesterol tussen de 2,0 en 4,5 mmol/l. De streefwaarde voor LDL-cholesterol is echter kleiner dan 3,0 mmol/l. Van alle vormen van cholesterol wordt LDL-cholesterol beschouwd als de belangrijkste risicofactor voor het veroorzaken van hart- en vaatziekten.

Een aangepast dieet en meer beweging (voor degenen die er een zittend bestaan op nahouden) kunnen je cholesterolwaarden na verloop van tijd weer verbeteren.

LDL/HDL-risico index 

  • Als  de ratio   LDL/HDL kleiner  is dan 2,5 heeft u een laag risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
  • Bij een ratio  LDL/HDL groter dan  4.0   heeft u een hoog risico.

Triglyceriden 
Triglyceriden zijn vetten in het bloed die door het lichaam als energiebron gebruikt worden. Als uw triglyceriden verhoogd zijn, kan dit het proces van aderverkalking versnellen en uiteindelijk zelfs hart- en vaatziekten veroorzaken. Het is daarom belangrijk om uw triglyceriden waarden laag te houden.

Zie ook:
http://www.cholesterolvoorlichting.nl/te-hoog-cholesterol/triglyceriden-waarden-verlagen

Suggesties bij het verlagen van uw triglyceriden:

  • Verhoog gebruik van enkelvoudig onverzadigde vetzuren (bijv. olijfolie, koolzaadolie, zonnebloemolie) ter vervanging van slechte
         vetten
  • Zorg dat u voldoende vitamine C binnenkrijgt
  • Vermijd geraffineerde koolhydraten zoals suiker
  • Drink minder alcohol
  • Geschikte voedingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: Avocado, Blauwe druif, Linzen, Notenolie, Olijfolie, Pijnboom pitten, Pompoen olie
         of -pitten, Prei, Knoflook, Lente ui, Lijnzaad, Sesam pasta of -zaad, Shi take, Soja, Soja yoghurt, Taugé, Vis, Walnoten, Witte bonen.

Gamma-GT
Een licht verhoogde gamma-GT waarde heeft meestal te maken met gebruik van alcohol en/of medicijnen, leververvetting en extreem overgewicht. Een sterk verhoogde gamma-GT waarde wijst op alcoholmisbruik of een belemmerde afvoer van galvloeistof. Dit kan veroorzaakt worden door galstenen, een vernauwing of afwijking aan de galwegen. Bij de meeste mensen die gezond zijn en geen leverafwijking hebben, ligt de GGT-waarde in het gebied van de normale waarden.

Licht verhoogd:
Kleine alcoholconsumpties kunnen een kortdurende (24 uur) verhoging van de GGT veroorzaken. Roken geeft ook een stijging van de GGT. Bij vrouwen neemt de GGT met de leeftijd toe, niet bij mannen. De GGT is bij mannen hoger dan bij vrouwen. Ook het ras is van invloed; bij negroiden is de GGT ongeveer 2 maal hoger dan bij Kaukasiers.

Sterk verhoogd:
Deze uitslagen geven aan dat er iets aan de hand is met de lever, maar uit de GGT is niet af te leiden wat er mis is. Hoge waarden kunnen ook passen bij hartproblemen, alcoholproblemen, medicijngebruik (allerlei soorten). Na stoppen met alcohol kan de GGT nog wel een maand, of langer, verhoogd zijn. 

ASAT
ASAT (=Aspartaat Aminotransferase) is een leverenzym dat betrokken is bij de aanmaak van eiwitten. Een verhoogd ASAT past onder meer bij leverschade, een leverontsteking (hepatitis) of schade aan de spieren. Indien ASAT meer is verhoogd dan ALAT duidt dit vaak op een toxische (vergiftiging) in plaats van virus (b.v. hepatitis A, B of C) als oorzaak.

Normaal:
Bij gezonde mensen (zonder leverproblemen en geen spierschade) is de hoeveelheid ASAT minder dan 35 U/l.

Licht verhoogd:
Een lichte verhoging (in de regel een uitslag

Injecties in de spieren kunnen de ASAT-waarden verhogen, net zoals te uitgebreide spieroefeningen. Gebruik van medicijnen of drugs kunnen ook de aanmaak van ASAT beïnvloeden, zodat hogere waarden worden gevonden. De arts moet voor een juiste interpretatie daarom altijd weten welke omstandigheden voor de patiënt gelden.

Sterk verhoogd:
Sterk verhoogde ASAT-waarden (in de regel een uitslag >250 U/l) komen voor bij leverontstekingen (hepatitiden), al dan niet veroorzaakt door een virus. De hoge waarden kunnen maanden aanhouden.

Verlaagd:
Bij zwangerschap kan de ASAT-waarde verlaagd zijn.

ALAT
Het bloedonderzoek naar alanine aminotransferase (ALAT) wordt gebruikt om leverbeschadiging te detecteren.

Verhoogde ALAT waarde kan duiden op veen leverstoornis zoals met kenmerken als: vermoeidheid, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, opgezette buik, geelzucht, donkere urine of een lichte ontlasting. Daarnaast wordt de test aangevraagd bij mensen die mogelijk het hepatitis-virus hebben opgelopen of bij alcoholisten.

CK
De referentiewaarden voor creatine kinase is bij vrouwen: 10 - 170 U/L en bij mannen: 20 - 200

U/L. Dit betekent dat een waarde die tussen deze grenzen ligt, niet afwijkend is.

Verhoogd:
Een verhoogde hoeveelheid CK, of een stijgende (in de tijd oplopende) hoeveelheid CK betekent dat er schade is aan de hartspier of aan andere spieren. Het kan ook betekenen dat de skeletspieren zwaar belast zijn geweest, zoals na hard trainen, het lopen van een (halve) marathon, de vierdaagse of soortgelijke inspanningen. naar mate men minder getraind is zal de spierschade groter kunnen zijn en dus leiden tot een hoger CK.

CK kan ook verhoogd zijn bij patiënten die statines (cholesterolverlagende medicatie) gebruiken.

Meestal gaat dat ook gepaard met spierpijn. In dat geval moet contact worden gezocht met de dokter om de medicatie te herzien. Als laatste moet genoemd worden de verhoging van CK ten gevolge van spierafbraak door een ziekte. Voorbeelden zijn vormen van spierdystrofie, dermatomyositis en polymyositis (algemene spierontstekingen)

Bij de interpretatie van de CK-activiteit in het bloed moet rekening worden gehouden met de leeftijd, het geslacht, de lichaamsbouw en het ras. Bekend is dat de CK-activiteit zeer hoog is bij pasgeborenen, maar ook kinderen en adolescenten hebben hogere CK-waarden dan volwassenen. De oorzaak van dit verschil is niet bekend. Ook is de CK-activiteit bij volwassen mannen hoger dan bij volwassen vrouwen, waarvoor een grotere spiermassa als oorzaak wordt verondersteld. In het algemeen wordt bij sterk gespierde mensen een hogere CK-activiteit gevonden. Aziaten en blanken hebben ongeveer dezelfde CK-activiteit; bij mensen van het negroïde ras is echter de CK-activiteit gemiddeld tweemaal zo hoog. Verschillen in spiermassa kunnen ook een  hogere waarde verklaren

Ureum
Ureum is een product dat in de lever wordt gevormd bij de afbraak van eiwitten. Eiwitten krijgen we dagelijks via de voeding binnen. Ze worden in de lever afgebroken tot bouwstenen (aminozuren) die weer worden gebruikt voor de aanmaak van andere eiwitten die het lichaam nodig heeft. Bij de afbraak komt ook ureum vrij dat niet wordt hergebruikt. Het wordt in de nieren uit het bloed gefiltreerd en via de urine verwijderd. Omdat we dagelijks eiwitten eten en ook afbreken is er altijd een kleine hoeveelheid ureum in het bloed aanwezig. Als de nieren niet goed functioneren wordt ureum niet uitgeplast en zal de hoeveelheid in het bloed toenemen.

Wat betekent de uitslag?
Bij goed functionerende nieren varieert de hoeveelheid ureum in bloed van 2,5 - 7,5 mmol/L.Licht verhoogd: Bij een licht verhoogde ureumwaarde in het bloed (> 7,5 mmol/L en

Sterk verhoogd:
Bij een sterk verhoogde hoeveelheid ureum in het bloed (> 15 mmol/L) werken de nieren niet goed.

Verlaagd:
Vaak betekent een verlaagde ureumwaarde (

Creatinine (nierfunctie) 
Creatinine is een afbraakproduct van creatinefosfaat in het spierweefsel. Het wordt door ons lichaam in een vrij constante hoeveelheid geproduceerd, afhankelijk van de aanwezige hoeveelheid spiermassa. Creatinine wordt volledig door de nieren uit het bloed gefiltreerd en uitgescheiden in de urine. Hierdoor ontstaat een evenwichtsspiegel in ons bloed. Deze evenwichtspiegel is het resultaat van de productiesnelheid in de spieren en de uitscheiding door de nieren. De creatinineconcentratie in het bloed en de uitscheiding van creatinine in de urine vormen samen een maat voor het filtratievermogen van onze nieren. Dit is tevens de maat voor de hoeveelheid functionerend nierweefsel in zijn geheel.

Mannen hebben meestal een hogere concentratie creatinine in hun bloed dan vrouwen. Dat komt omdat zij meer skeletspieren hebben. Doorgaans hebben gespierde mensen een hogere creatinineconcentratie dan minder gespierde mensen. Het normale concentratieniveau ligt meestal tussen de 60 en 120 micromol/liter. Bij een verminderde nierfunctie stijgt het creatinine in ons bloed een klein beetje omdat het aanbod gelijk blijft, terwijl de uitscheiding afneemt.

Onder de Creatinine waarde vindt u ook de GFR (MDRD)
De MDRD-formule voor een schatting van de GFR bij iedere uitslag van een serumkreatinine bij volwassenen vanaf 18 jaar. Op het rapport komt te staan GFR (MDRD) is …ml/min/1,73m2. Het serumkreatinine geeft slechts beperkte informatie over de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). Daarom wordt vaak een schatting gemaakt van de kreatinineklaring met behulp van de formule van Cockroft en Gault. Deze formule maakt gebruik van leeftijd, geslacht, gewicht en serumkreatinine. De recent ontwikkelde 4-punts MDRD-formule schat de werkelijke GFR. De formule, die is gebaseerd op data van de Modification of Diet in Renal Disease Study, maakt ook gebruik van leeftijd, geslacht en serumkreatinine, maar niet van het gewicht. De nierstichting in Nederland, Engeland en Amerika bevelen de MDRD-formule aan om vroegtijdig nierfunctiestoornissen op te sporen.

De formule ziet er als volgt uit: GFR (MDRD) (ml/min/1,73 m2) = 186 X ( serumkreatinine (umol/l) / 88,4)-1,154 X leeftijd (in jaren)–0,203 X 0,742 (indien vrouw). Bent u van het negroïde ras dan moet u zelf de geschatte GFR vermenigvuldigen met 1,21.

De in onze land gehanteerde referentiewaarden zijn:

                           Mannen                                          Vrouwen

 GFR (MDRD)|    >90 ml/min/1,73 m2    >80 ml/min/1,73 m2

Bij een GFR

Voor wie niet?
De MDRD-formule is niet gekalibreerd voor:

  • mensen jonger dan 18 jaar
  • mensen met een sterk afwijkend lichaamsoppervlak
  • etnische groeperingen anders dan het blanke of negroïde ras
  • patiënten met spierziekten, paraplegie of quadriplegie
  • patiënten met acute nierinsufficiëntie
  • ondervoede mensen
  • mensen met een vegetarisch dieet
  • zwangeren

Albumine
Normaal is albumine bij volwassenen 35-55 g/L. Albumine is lager bij mensen die liggen, bij pilgebruik, bij zwangeren en bij ouderen.

Verhoogd:
Een hoge albuminewaarde komt eigenlijk alleen voor bij uitdroging.

Verlaagd:
Een lage hoeveelheid albumine in het bloed kan wijzen op een leverziekte. Specifieke levertesten zijn nodig om te kijken om welke vorm van leverziekte het gaat.

Een laag albumine kan ook wijzen op ziekten waarbij via de nieren albumine uit het bloed in de urine lekt en het lichaam albumine verliest via urine. In dit geval kan de hoeveelheid albumine in de urine worden gemeten.

Een lage albuminewaarde komt ook voor bij ontstekingen, shock en bij ondervoeding. Verder kan een lage albuminewaarde wijzen op niet goed functioneren van de darmen waardoor het lichaam eiwitten niet goed kan opnemen en verteren. Dit komt bijvoorbeeld voor bij de ziekte van Crohn of bij spruw (ontsteking als gevolg van een schimmelinfectie).

Albumine is ook laag als door een darmziekte grote hoeveelheden eiwitten via de ontlasting verloren gaan.

TSH Schildklier

Verhoogd:
Een verhoogde TSH betekent meestal dat de schildklier te weinig schildklierhormoon maakt (‘trage schildklier' oftewel hypothyreoïdie). De hypofyse krijgt meestal wel het signaal om meer TSH te maken, en dat gebeurt, maar vervolgens is de schildklier niet goed in staat om te reageren op TSH en extra schildklierhormonen aan te maken. In zeldzame gevallen komt het voor dat de hypofyse niet goed functioneert en daardoor te veel TSH maakt. Bij een patiënt die behandeld wordt met synthetisch schildklierhormoon betekent een hoge TSH dat de patiënt te weinig schildklier hormoon krijgt.

Verlaagd:
Een lage TSH betekent meestal een overactieve schildklier (oftewel hyperthyreoïdie) of een patiënt die te veel schildklierhormoon toegediend krijgt. Zeldzaam is een afwijking van de hypofyse waarbij er te weinig TSH gemaakt wordt. Wanneer het TSH te hoog of te laag is, betekent dit dat de afgifte van schildklierhormoon niet goed is. Om daar de precieze oorzaak van te achterhalen, is verder onderzoek nodig. Een onderdeel van dit onderzoek bestaat uit het meten van de schildklierhormoon (meestal betreft dit alleen het vrije T4).

LH (zegt wat over de productie van testosteron en oestradiol)

Verhoogd:
Bij ongewenste kinderloosheid kunnen te hoge LH en FSH waarden wijzen op niet goed functionerende eierstokken of zaadballen. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door eerder doorgemaakte ziekten (bof), chemotherapie of bestraling, niet (volledig) indalen van de zaadballen in de jeugd, vroegtijdige menopauze of aangeboren afwijkingen (o.a syndroom van Klinefelter bij mannen, syndroom van Turner bij vrouwen). Ook bij cyclusstoornissen zoals bij polycysteus ovarium syndroom kunnen verhoogde LH waarden gevonden worden.

Verlaagd:
Te lage waarden kunnen wijzen op een slecht werkende hypofyse. Oorzaken voor een slecht werkende hypofyse zijn o.a. ernstig ondergewicht, anorexia, stress en tumoren in de hersenen die de functie van de hypofyse of hypothalamus belemmeren.

Bij bepaalde vormen van bijnier-, zaadbal- of eierstokkanker die samengaan met een verhoogde productie van geslachtshormonen (testosteron en oestradiol) worden verlaagde waarden van LH en FSH gevonden.

Daarnaast zijn tijdens het gebruik van de anticonceptiepil en hormoontherapie LH waarden verlaagd. Ook tijdens zwangerschap zijn LH- en FSH-waarden verlaagd.

FSH

Verhoogd:
Bij ongewenste kinderloosheid kunnen te hoge FSH en LH waarden wijzen op niet goed functionerende eierstokken of zaadballen. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door eerder doorgemaakte ziekten (bijvoorbeeld bof), chemotherapie of bestraling, tumoren, niet (volledig) indalen van de zaadballen in de jeugd, vroegtijdige menopauze en aangeboren afwijkingen (o.a. syndroom van Klinefelter bij mannen, syndroom van Turner bij vrouwen).

Verlaagd:
Te lage waarden kunnen wijzen op een slecht werkende hypofyse. Oorzaken kunnen zijn: ernstig ondergewicht en anorexia en tumoren in de hypofyse of hypothalamus.

Bij vrouwen is de uitslag afhankelijk van de fase in de menstruatie cyclus, en moeten dan liggen tussen:

  • follikelfase 3.5 - 12.5
  • ovulatiefase 4.7 - 21.5
  • lutealfase 1.7 - 7.7
  • menopauze 25.8 - 134.8

  • De folliculaire fase is de fase waarin de eicel rijpt
  • In de ovulatie fase  vindt de ovulatie of eisprong plaats
  • De luteale fase is de fase waarin de baarmoeder zich klaarmaakt voor een eventuele innesteling van de bevruchte eicel. het laatste gedeelte van de cyclus: de periode tussen de ovulatie en de menstruatie

Pilgebruik zal de uitslag beïnvloeden.

Testosteron

Verlaagd:
Bij jongens/mannen: late puberteit, door zaadballen die geen/slecht testosteron kunnen maken (bv klinefeltersyndroom), doordat de hersenen geen LH meer maken en daardoor de zaadballen niet aangestuurd worden om testosteron te gaan maken.

Het hebben van te weinig mannelijk hormoon testosteron, heeft negatieve effecten op een aantal belangrijke processen in het lichaam. Bovendien brengt een laag testosterongehalte verhoogd risico met zich mee op een aantal ziekten en aandoeningen. Het is bekend dat dit sterk verband houdt met:

  • een verminderd seksueel functioneren
  • botontkalking (osteoporose)
  • verhoogd cholesterolgehalte
  • het metabool syndroom (stofwisselingsziekte door te veel eten en te weinig bewegen)
  • depressie
  • hart- en vaatziekten
  • diabetes type II

Er is bewijs voor afname van verschillende hersenfuncties bij een verlaagde testosteronspiegel. Ook onze emotionele toestand en neiging tot depressie is afhankelijk van een testosterongehalte. Testosterontherapie kan hierop een positieve invloed hebben. Het lijkt erop dat mannen door testosteron relatief minder vaak de ziekte van Alzheimer oplopen dan vrouwen. Indien dit toch het geval is kan aanvullen van testosteron een verbetering hebben op de gemoedstoestand van deze patiënten.

Verhoogd:
Bij meisjes/vrouwen: 
bij het polycysteus ovarium syndroom (PCOS), bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.
Bij mannen: bij testosteron injecties (anabolen gebruik in met name sportscholen) of door een tumor.
Bij jongens: door een te vroege puberteit, bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.

Let op: tijdens de zwangerschap/tijdens pilgebruik gaan de bindende eiwitten stijgen en zal het totaal testosteron ook verhoogd kunnen zijn. Daarom zal de arts een "vrij"- testosteron test aanvragen waarbij uitsluitend het vrije (niet aan SHBG of albumine gebonden) testosteron wordt bepaald. De hoeveelheid vrij testosteron kan ook berekend worden met behulp van de uitslagen van het totale testosteron, SHBG en albumine. Het vrije testosteron is actief.

Vrij testosteron
De meerderheid van testosteron bij mannen en vrouwen is gebonden aan een specifiek eiwit in het bloed geslachtshormoon bindend globuline (SHBG), en een kleine hoeveelheid is gebonden aan een bloed-eiwit albumine. Wat blijft ongebonden is de zogenaamde vrije testosteron.

Hoge vrij testosteron bij mannen kan leiden tot ongewone stemmingswisselingen en agressie.

Volgens een studie van Penn State University, kan een hoog vrij testosteron een significant effect hebben op familierelaties. Professor Booth op de universiteit zei: "Hoog testosteron individuen hebben meer kans om meer te drinken, roken en het krijgen van bij ongelukken en vechtpartijen" Professor Booth zei ook dat mannen met een hoge vrije testosteron meer kans hebben op misbruik en ontrouw in relaties en kans hebben om geen goede relatie met hun kinderen te hebben.”

Aan de positieve kant, volgens onderzoekers van de Penn State University, hebben  mannen van middelbare leeftijd met een hoge vrije testosteron minder kans op obesitas, hartaanvallen, hoge bloeddruk en frequente verkoudheden.

Bron:
http://www.ziektefaq.info/N2/2/2011/11/hoge-niveaus-van-vrije-testosteron.html

SHBG (zegt wat over testosteron)
De test meet de hoeveelheid Sex Hormone Bindend Globuline (SHBG) in bloed. SHBG is een eiwit (globuline) dat door de lever wordt geproduceerd en in staat is om testosteron en oestradiol sterk aan zich te binden. SHBG transporteert vervolgens deze hormonen in een inactieve vorm via het bloed door het lichaam. Testosteron remt de productie van SHBG terwijl oestradiol juist de productie stimuleert.

Verhoogd:
Bij een verhoogde hoeveelheid SHBG is er waarschijnlijk minder testosteron vrij beschikbaar dan verwacht op basis van de totaal testosterontest

Verlaagd:
Bij een verlaagde hoeveelheid SHBG is er meer waarschijnlijk meer testosteron vrij beschikbaar dan verwacht op basis van de totaal testosterontest.

DHEA-S
Lage hoeveelheden DHEAS kunnen worden veroorzaakt door het slecht functioneren van de bijnier of door hypopituitarisme, een ziekte waarbij de hypofyse te weinig hormonen aanmaakt.

Normaal:
Een normale DHEAS-waarde in combinatie met normale waarden van andere androgenen wijst op een normaal functionerende bijnier. Ook kan het betekenen dat een aangetoonde tumor geen hormonen produceert. Een normale DHEAS kan ook voorkomen bij polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij dit syndroom (afwijking in de eierstokken) worden androgenen meestal door de eierstokken aangemaakt, met name testosteron.

Verhoogd:
Een verhoogde hoeveelheid DHEAS wijst op afwijkingen in de bijnieren als gevolg van bijvoorbeeld een adrenocorticale tumor, bijnierkanker of een goedaardige bijniervergroting. Verhoogde hoeveelheid DHEAS kan bij vrouwen leiden tot menstruatiestoornissen en zichtbare verschijnselen van vermannelijking of virilisatie (diepere stem, overmatige haargroei in gezicht en op het lichaam, gespierdheid, vergroting adamsappel). Bij mannen kan een toegenomen hoeveelheid DHEAS onopgemerkt blijven. Bij jonge jongens kan een toegenomen hoeveelheid DHEAS leiden tot een vervroegde ontwikkeling van de puberteit.

Een verhoogde DHEAS-waarde geeft niet een specifieke diagnose. Er moet verder onderzoek gedaan worden om de oorzaak van het probleem op te sporen.

Cortisol
De cortisolwaarden in bloed variëren met het tijdstip van de dag.

Voor het interpreteren van uw uitslag dient u dus het tijdstip van uw bloedafname in acht te nemen voor het lezen van de uitslag.

  • Uw uitslag is goed als hij ’s morgens afgenomen en tussen de 171 - 497 nmol/l ligt
  • Uw uitslag is goed als cortisol ’s middags (vanaf 16.00 uur) is afgenomen e en tussen de 75 - 287 nmol/l

Tijdens de zwangerschap, bij orale conceptiva en bij oestrogeentherapie is de Cortisolconcentratie in serum verhoogd.

Het cortisolgehalte in bloed is 's ochtends vroeg direct na het ontwaken het hoogst en 's avonds laag. Bij mensen die werken in onregelmatige diensten en ook ‘s nachts is het cortisolpatroon vaak ontregeld.

Beschikbare consulten:
-Telefonisch consult HelloDoc

Place comment