Libido en Erectietest

Wat betekent de uitslag van de Libido en Erectietest?

Uw bloed liegt niet. Voorkom erectiestoornissen door uw bloedwaarden in de gaten houden.

KLINISCHE CHEMIE

Cholesterol
De gewenste hoeveelheid cholesterol is 5,0 mmol/l of lager. Hierbij is het risico op hart- en vaatziekten niet verhoogd.

Licht verhoogd:
Bij een cholesterol tussen 5 mmol/l en 6,5 mmol/l is het risico op hart- en vaatziekten licht verhoogd. Op basis van een lipidenprofiel kan worden onderzocht hoeveel ‘goed' (HDL) en ‘slecht' (LDL) cholesterol in het bloed aanwezig is. Afhankelijk van dat onderzoek wordt bepaald of (en welke) behandeling nodig is.

Verhoogd:
Een cholesterol boven 6,5 mmol/l verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Op basis van een lipidenprofiel en andere tests kan de oorzaak van het hoge cholesterol verder worden onderzocht. Als de oorzaak bekend is zal een passende behandeling worden voorgeschreven. Verhoogd cholesterol komt ook vaak voor bij patiënten die behandeld worden en die nog niet de streefwaarde hebben bereikt. De streefwaarde wordt meestal vastgesteld op basis van het LDL-cholesterol.

Zie ook:
http://www.hartstichting.nl/risicofactoren/hoog_cholesterol/wanneer_te_hoog/

Van nature schommelt het cholesterolgehalte. Een hoge waarde kan een uitschieter zijn.  Het is verstandig om deze waarden regelmatig te laten meten.

Patiënten met hart- en vaatziekten en/of diabetes type 2 hebben extra veel belang bij een laag cholesterolgehalte. Voor deze patiënten zijn daarom strengere streefwaarden opgesteld, namelijk een LDL-cholesterol van minimaal onder de 2,5 mmol/l en een totaal cholesterol van minder dan 4,5 mmol/l.

HDL
HDL-cholesterol is “goed” cholesterol en daarom is een hoge HDL-waarde beter dan een lage. Een HDL lager dan 1,04 mmol/L wordt beschouwd als een hoger risico op hart- en vaatziekten. Waarden tussen 1,04 en 1,55 mmol/L betekenen in het algemeen een matig risico en waarden boven 1,55 wijzen op een laag risico op hart- en vaatziekten. Het is gebruikelijk om te kijken naar de verhouding tussen totaal cholesterol en HDL-cholesterol. Deze verhouding moet kleiner zijn dan 5, maar kleiner dan 3,5 is het best. Het is echter van groot belang om bij de beoordeling van deze verhouding ook te kijken naar de uitkomsten van de afzonderlijke tests. Voor een juiste interpretatie is overleg met de huisarts nodig. Recente ontwikkelingen laten zien dat niet alleen de concentratie van het HDL van belang is, maar ook de werkzaamheid van het HDL-deeltje. Het komt voor dat de cholesterol verlaagd is bij ziekte, een paar dagen na een hartaanval of bij stress. Bij zwangerschap is de HDL-cholesterol dikwijls afwijkend (hoger of lager) ten opzichte van de normale situatie. Daarom is het beter om de test minimaal 6 weken na de zwangerschap uit te voeren.

Een hoog HDL-cholesterol is gunstig en een hoog LDL-cholesterol en een hoog triglyceridengehalte is ongunstig. HDL-cholesterol zorgt voor transport van cholesterol vanuit de vaatwand naar de lever. Hoe hoger het HDL-cholesterol, des te beter is de afvoer van overtollig cholesterol naar de lever.

LDL/HDL-risico index Cholesterol ratio
De cholesterol ratio is een goede voorspeller van uw risico op hart- en vaatziekten. De cholesterol ratio is de verhouding tussen het totaal cholesterol en het HDL cholesterol in uw lichaam. De berekening van de cholesterol ratio: Totaal cholesterol / HDL cholesterol = Cholesterol ratio

Het totaal cholesterol bestaat uit LDL cholesterol + triglyceriden + HDL cholesterol. Een verhoogd totaal cholesterol, met name een verhoogd LDL cholesterol, is een belangrijke risicofactor voor het optreden van hart- en vaatziekten. Ook triglyceriden hebben een slechte invloed op de gezondheid van de vaatwand. Daarentegen is in meerdere studies een sterk gunstig verband aangetoond tussen de concentratie van HDL-cholesterol en het risico van hart- en vaatziekten. Dat willen zeggen, een hoog HDL-cholesterol verlaagd het risico.

De tegengestelde effecten van de slechte vetten (LDL en triglyceriden) en het goede HDL cholesterol, is de reden dat de cholesterol ratio goed kan worden gebruikt als risico voorspeller. Om het risico te verkleinen, is het belangrijk dat de balans tussen goed en slecht zo gunstig mogelijk is. Het is dus gunstig als het totaal cholesterol laag is terwijl het HDL cholesterol hoog is, dit resulteert in een lage cholesterol ratio. Als u echter naast een verlaagde HDL, een hoge LDL- of triglyceridengehalte heeft, is de cholesterol ratio en dus het risico op hart- en vaatziekten verhoogd.

Hs-CRP
Hs-CRP; ultra-sensitief, is een test waarmee zeer laaggradige ontstekingsreacties aangetoond kunnen worden. Uit diverse recente studies is duidelijk geworden dat de hs-CRP, met name indien gecombineerd bepaald met het totaal cholesterol en het HDL-cholesterol, een sterke voorspeller is van toekomstige coronaire aandoeningen (Coronaire hartziekten zijn aandoeningen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de kransslagaders) bij ogenschijnlijk gezonde personen.

Er is een onderverdeling gemaakt voor de lage waarden van hs-CRP als voorspelling van hartziekten:

  • Kleiner dan
  • Tussen 1-3 mg/l: Licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
  • Groter dan > 3,0 mg/l: Hoog risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.

Deze indicator is alleen van toepassing indien een acute ontsteking kan worden uitgesloten.

  • Groter dan > 10 mg/l: Wijst in de richting van een acute infectie bijvoorbeeld door bacteriën

De CRP-test wordt gebruikt om vast te stellen of er mogelijk ontstekingen, bijvoorbeeld in de buik, zijn, meer inzicht te krijgen in ontstekingsziekten, bijvoorbeeld bij sommige vormen van reuma of auto-immuunziekten. De CRP-test is niet specifiek genoeg om een oorzaak van een ontsteking aan te tonen. Integendeel, CRP is een algemene signaalstof voor ontstekingen die de arts waarschuwt als aanvullend onderzoek naar oorzaak en behandeling nodig is.

Bij gezonde mensen zonder ontstekingen is de CRP-waarde in het bloed meestal lager dan 10 mg/l.

Verhoogd:
Een verhoogde hoeveelheid CRP in het bloed of een stijgende hoeveelheid CRP in het bloed na een aantal opeenvolgende metingen kan wijzen op een acute ontsteking. Het merendeel van de ontstekingen leidt tot CRP waarden boven 100 mg/l.

Verlaagd:
Als het CRP-gehalte in het bloed daalt in een serie opeenvolgende metingen, wijst dat erop dat het beter gaat met de patiënt en dat de ernst van de ontsteking afneemt. Als de waarde daalt tot onder de 10 mg/l is er geen actieve ontsteking meer aanwezig.

Albumine
Normaal is albumine bij volwassenen 35-55 g/L. Albumine is lager bij mensen die liggen, bij pilgebruik, bij zwangeren en bij ouderen.

Verhoogd:
Een hoge albuminewaarde komt eigenlijk alleen voor bij uitdroging.

Verlaagd:
Een lage hoeveelheid albumine in het bloed kan wijzen op een leverziekte. Specifieke levertesten zijn nodig om te kijken om welke vorm van leverziekte het gaat.

Een laag albumine kan ook wijzen op ziekten waarbij via de nieren albumine uit het bloed in de urine lekt en het lichaam albumine verliest via urine. In dit geval kan de hoeveelheid albumine in de urine worden gemeten.

Een lage albuminewaarde komt ook voor bij ontstekingen, shock en bij ondervoeding. Verder kan een lage albuminewaarde wijzen op niet goed functioneren van de darmen waardoor het lichaam eiwitten niet goed kan opnemen en verteren. Dit komt bijvoorbeeld voor bij de ziekte van Crohn of bij spruw (ontsteking als gevolg van een schimmelinfectie).

Albumine is ook laag als door een darmziekte grote hoeveelheden eiwitten via de ontlasting verloren gaan.

Testosteron

Verlaagd:
Bij jongens/mannen: late puberteit, door zaadballen die geen/slecht testosteron kunnen maken (bv klinefeltersyndroom), doordat de hersenen geen LH meer maken en daardoor de zaadballen niet aangestuurd worden om testosteron te gaan maken.

Het hebben van te weinig mannelijk hormoon testosteron, heeft negatieve effecten op een aantal belangrijke processen in het lichaam. Bovendien brengt een laag testosterongehalte verhoogd risico met zich mee op een aantal ziekten en aandoeningen. Het is bekend dat dit sterk verband houdt met:

  • een verminderd seksueel functioneren
  • botontkalking (osteoporose)
  • verhoogd cholesterolgehalte
  • het metabool syndroom (stofwisselingsziekte door te veel eten en te weinig bewegen)
  • depressie
  • hart- en vaatziekten
  • diabetes type II

Er is bewijs voor afname van verschillende hersenfuncties bij een verlaagde testosteronspiegel. Ook onze emotionele toestand en neiging tot depressie is afhankelijk van een testosterongehalte. Testosterontherapie kan hierop een positieve invloed hebben. Het lijkt erop dat mannen door testosteron relatief minder vaak de ziekte van Alzheimer oplopen dan vrouwen. Indien dit toch het geval is kan aanvullen van testosteron een verbetering hebben op de gemoedstoestand van deze patiënten.

Verhoogd:
Bij meisjes/vrouwen:
bij het polycysteus ovarium syndroom (PCOS), bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.
Bij mannen: bij testosteron injecties (anabolen gebruik in met name sportscholen) of door een tumor.
Bij jongens: door een te vroege puberteit, bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.

Let op: tijdens de zwangerschap/tijdens pilgebruik gaan de bindende eiwitten stijgen en zal het totaal testosteron ook verhoogd kunnen zijn. Daarom zal de arts een "vrij"- testosteron test aanvragen waarbij uitsluitend het vrije (niet aan SHBG of albumine gebonden) testosteron wordt bepaald. De hoeveelheid vrij testosteron kan ook berekend worden met behulp van de uitslagen van het totale testosteron, SHBG en albumine. Het vrije testosteron is actief.

Vrij testosteron
De meerderheid van testosteron bij mannen en vrouwen is gebonden aan een specifiek eiwit in het bloed geslachtshormoon bindend globuline (SHBG), en een kleine hoeveelheid is gebonden aan een bloed-eiwit albumine. Wat blijft ongebonden is de zogenaamde vrije testosteron.

Hoge vrij testosteron bij mannen kan leiden tot ongewone stemmingswisselingen en agressie.

Volgens een studie van Penn State University, kan een hoog vrij testosteron een significant effect hebben op familierelaties. Professor Booth op de universiteit zei: "Hoog testosteron individuen hebben meer kans om meer te drinken, roken en het krijgen van bij ongelukken en vechtpartijen" Professor Booth zei ook dat mannen met een hoge vrije testosteron meer kans hebben op misbruik en ontrouw in relaties en kans hebben om geen goede relatie met hun kinderen te hebben.”

Aan de positieve kant, volgens onderzoekers van de Penn State University, hebben  mannen van middelbare leeftijd met een hoge vrije testosteron minder kans op obesitas, hartaanvallen, hoge bloeddruk en frequente verkoudheden.

SHBG (zegt wat over testosteron)
De test meet de hoeveelheid Sex Hormone Bindend Globuline (SHBG) in bloed. SHBG is een eiwit (globuline) dat door de lever wordt geproduceerd en in staat is om testosteron en oestradiol sterk aan zich te binden. SHBG transporteert vervolgens deze hormonen in een inactieve vorm via het bloed door het lichaam. Testosteron remt de productie van SHBG terwijl oestradiol juist de productie stimuleert.

Verhoogd:
Bij een verhoogde hoeveelheid SHBG is er waarschijnlijk minder testosteron vrij beschikbaar dan verwacht op basis van de totaal testosterontest

Verlaagd:
Bij een verlaagde hoeveelheid SHBG is er meer waarschijnlijk meer testosteron vrij beschikbaar dan verwacht op basis van de totaal testosterontest.

Magnesium Intracellulair
De test meet de hoeveelheid magnesium (Mg) in het bloed. Normaal gesproken is slechts een klein gedeelte (ongeveer 1%) van alle magnesium in het lichaam aanwezig in het bloed. Magnesium is een mineraal dat aanwezig is in iedere cel van het lichaam. Het is onmisbaar voor de energieproductie, de werking van spieren en zenuwen en voor het behoud van de stevigheid van botten. Ongeveer de helft van de magnesiumvoorraad in het lichaam bevindt zich (in combinatie met calcium en fosfaat) in het bot. Voeding is de bron van magnesium. Het is aanwezig in vele voedingsstoffen, met name in groene bladgroenten zoals spinazie. De hoeveelheid magnesium in bloed, cellen en bot wordt door het lichaam constant gehouden. De regulatie gebeurt door aanpassing van opname (via de darmen) en uitscheiding (met de urine, via de nieren).

De test Magnesium Intracellulair meet de hoeveelheid van het mineraal magnesium in de rode bloedcellen.  Veel artsen kennen het verschil niet tussen serum magnesium en RBC RodeBloedCel magnesium
 Serum niveaus moeten op een exact niveau gehouden worden, anders stopt het hart met kloppen. Daarom wordt de serum concentratie meestal door je lichaam gehandhaafd, ten koste kan het magnesiumniveau in de cellen. De meeste laboratoria meten gewoon serum niveau en wordt aan patiënten onterecht verteld dat hun magnesium normaal is. Het is dus beter om Magnesium Intracellulair te meten.

Het essentiële (macro)mineraal magnesium is uitermate belangrijk voor de gezondheid. Magnesium is wat betreft hoeveelheid het vierde mineraal in het lichaam, na calcium, kalium en natrium. Het lichaam bevat circa 21 tot 28 gram magnesium; 60% daarvan is ingebouwd in botweefsel en tanden; 20% bevindt zich in spieren, 20% in andere zachte weefsels en lever, minder dan 1% circuleert in het bloed. Van alle magnesium bevindt zich 99% in cellen (intracellulair) of in botweefsel en 1% in de extracellulaire ruimte. Onvoldoende inname van magnesium met de voeding leidt tot gezondheidsklachten en vergroot de kans op een reeks chronische ziekten waaronder osteoporose, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Net als in andere (geïndustrialiseerde) landen bevat de voeding van veel Nederlanders vaak minder magnesium dan is aanbevolen.

Verlaagd:
Een lage concentratie magnesium (hypomagnesiëmie) kan het gevolg zijn van:

  • onvoldoende inname van magnesium via de voeding, vooral bij ouderen, mensen met ondervoeding en bij alcoholmisbruik
  • onvoldoende opname van magnesium via de darmen bijvoorbeeld als gevolg van de ziekte van Crohn (ontstekingen in de wand
         van de dunne darm)
  • onvoldoende opname van magnesium via de darmen t.g.v. het gebruik van maagzuurremmers (kleine categorie patiënten)
  • te hoge uitscheiding van magnesium via de nieren te hoge of te lage hoeveelheden glucose (suiker) in het bloed
         (ongecontroleerde diabetes)
  • verminderde activiteit van de bijschildklier (hypoparathyreoïdie)
  • langdurig gebruik van plaspillen (diuretica)
  • langdurige diarree
  • na een chirurgische ingreep
  • bij ernstige brandwonden
  • bij zwangerschapsvergiftiging

Verhoogd:
Een verhoogde concentratie magnesium is zelden aan de voeding te wijten. Meestal is een verhoogd magnesium het resultaat van problemen bij uitscheiding of van kunstmatige toediening.

Een verhoogd magnesium kan worden gevonden bij:

  • nierfalen
  • overactieve bijschildklier (hyperparathyreoïdie)
  • slecht werkende schildklier
  • uitdroging
  • verzuring (te lage pH) van het bloed bij diabetes (diabetische acidose)
  • ziekte van Addison
  • gebruik van magnesium bevattende laxeermiddelen

Beschikbare consulten:
-Telefonisch consult HelloDoc

Place comment