Cobalt
Wat betekent de uitslag van Cobalt?
De uitslag is goed als deze lager is dan 10.2 nmol/l is
De test meet eventueel te veel aan Kobalt in bloed vanwege Metaal op metaal (M-o-M) heupprothesen.
Medio 2010 meldden Britse orthopeden dat bij sommige patiënten met een zogenaamde metaal-op-metaal heupprothese, bestaande uit een grote metalen kop en een metalen kom, klachten kunnen ontstaan. Deze klachten kunnen het gevolg zijn van zeer kleine metaaldeeltjes die ten gevolge van normale bewegingsactiviteit vrijkomen en die bij sommige patiënten een lokale ontstekingsreactie van de weefsels rondom de heup kunnen veroorzaken. Ook kunnen verhoogde concentraties van het metaal kobalt in het bloed voorkomen. Hoewel het aanvankelijk alleen leek te gaan om metaal-op-metaal heupprothesen van een bepaald merk, is inmiddels duidelijk geworden dat ook bij andere merken metaal-op-metaal heupprothesen deze problemen kunnen ontstaan.
Veelgestelde vragen over metaal-op-metaal heupprothesen:
Wat is een metaal-op-metaal heupprothese?
Een kunstheup of totale heupprothese bestaat uit een kop en een kom die beiden van dezelfde of verschillende materialen kunnen zijn gemaakt, bijvoorbeeld plastic, metaal of keramiek. De diameter van de kop kan daarbij variëren . Bij een metaal-op-metaal heupprothese gaat het om een grote kop (diameter 36 millimeter of groter) en een kom, die beiden van metaal zijn gemaakt.
Wie heeft een metaal-op-metaal heupprothese gekregen?
De meest voorkomende vorm van een totale heupprothese is een metalen of keramische kop in een plastic kom. Het is bekend dat een plastic kom op den duur kan slijten en vooral bij jongere patiënten is de levensduur van een heupprothese in het algemeen korter dan bij ouderen door het intensievere gebruik en waardoor meer slijtage ontstaat. Daarom is er veel onderzoek gedaan naar slijtvastere materialen om de levensduur van prothesen bij jongere patiënten te verbeteren. Het gebruik van een metaal-op-metaal prothese leek daarbij een aantrekkelijke optie, vanwege de aangetoonde slijtvastheid. Bovendien verhoogt het gebruik van een grotere kop de stabiliteit van de heupprothese, zodat daarmee de kans op luxatie (het uit de kom schieten van de heupkop) wordt verminderd. De metaal-op-metaal heupprothesen zijn daarom in ons ziekenhuis vrijwel uitsluitend toegepast bij jonge patiënten (d.w.z. jonger dan 65 jaar) en patiënten met een actieve leefstijl. In een enkel geval is de metaal-op-metaal prothese vanwege de grotere stabiliteit gebruikt bij oudere patiënten.
Welke problemen kunnen ontstaan bij een metaal-op-metaal heupprothese?
Slechts bij een beperkte groep patiënten ontstaan klachten. Als u beweegt, kan er slijtage ontstaan van de heupprothese, waarbij kleine metaaldeeltjes kunnen vrijkomen. Bij sommige patiënten raakt daardoor het weefsel rondom de prothese geïrriteerd en kunnen zwellingen ontstaan. Dit kan pijnlijk zijn, maar voor zover bekend levert het geen directe gezondheidsrisico’s op. Deze zwellingen worden ook wel pseudotumoren genoemd. De zwelling is niet kwaadaardig, maar is een soort overgevoeligheidsreactie die klachten kan geven rondom de heup, de lies, aan de zijkant van de heup of in de bil. Daarnaast kan bij sommige patiënten de concentratie van het metaal kobalt in het bloed verhoogd zijn. Bij zeer sterk verhoogde kobaltwaarden in het bloed kunnen mogelijk afwijkingen van schildklier, hart of zenuwen ontstaan, maar dergelijke hoge bloedkobaltconcentraties zijn tot dusver bij patiënten met een metaal-op-metaal prothese niet of nauwelijks beschreven. Van verhoogde kobaltwaarden in het bloed is op dit moment geen enkele relatie met het ontstaan van kanker aangetoond.
Speelt dit probleem bij alle merken metaal-op-metaal heupen?
In 2010 werd bekend dat sommige patiënten met een metaal-op-metaal heupprothese pijnklachten kunnen krijgen. Het leek in eerste instantie alleen om heupprotheses van bepaalde merken te gaan, maar inmiddels is duidelijk geworden dat het probleem niet meer is gerelateerd aan een bepaald merk.
Krijgt iedereen met een metaal-op-metaal heupprothese klachten?
Ieder mens is anders en reageert daarom ook anders op het eventuele metaalslijpsel. Duidelijk is wel dat de meeste patiënten klachtenvrij zijn.
Methode: Inductief gekoppeld plasma - massa spectrometrie
Een inductief gekoppelde plasmamassaspectrometer of ICP-MS (Eng.: inductively coupled plasma mass spectrometer) is een koppeling van een inductief gekoppeld plasma (ICP) met een massaspectrometer. Daardoor wordt de bepaling mogelijk gemaakt van metalen en sommige niet-metalen, met zeer grote gevoeligheid. Herkenning van concentraties van 10−12 gram per liter zijn mogelijk.
Omrekeningsfactor: µg/l x 16,97 = nmol/l
Referentiewaarde(n)
0 - 11,0 nmol/l
Er zijn nog geen internationaal aanvaarde serumwaardes voor kobalt, maar vooralsnog worden als maximum serumwaardes voor een MOM-gewricht (metal-on-metal prothese) aangehouden:
Beschikbare consulten:
Telefonisch consult HelloDoc