ACE

Wat betekent ACE?

De test bepaalt de hoeveelheid Angiotensine Converting Enzyme (ACE) in het bloed. ACE is een enzym, dat vooral betrokken is bij de regulatie van de bloeddruk. Het wordt in het hele lichaam gemaakt, maar is vooral in de longen aanwezig. Verder hebben veel, maar zeker niet alle, patiënten met actieve sarcoϊdose een verhoogde ACE-waarde.

 
Sarcoïdose is een chronische ziekte met onbekende oorzaak en verloop. Het hele lichaam kan aangetast zijn, maar de ziekte openbaart zich het vaakst in de longen. Mogelijk speelt een genetische aanleg mee bij deze ziekte, die gewoonlijk voorkomt bij jong-volwassenen (20-40 jaar) en even vaak bij mannen als bij vrouwen. De ziekte wordt gekenmerkt door zogenaamde "granulomen", kleine opeenhopingen van ontstekingscellen. Door vergrote lymfeklieren tussen de longen en soms verdichtingen in de long zelf is de ontsteking vaak zichtbaar op een röntgenfoto van de longen. Sarcoïdose is een aandoening waarbij ontstekingen ontstaan in verschillende delen van het lichaam, vooral in de longen, de lymfklieren, de huid, de ogen en de gewrichten. Ter plaatse verzamelen zich vele witte bloedcellen die zich ophopen in kleine knobbeltjes. Deze weefselknobbeltjes worden granulomen genoemd.

Algemene klachten zijn:

  1. koorts,
  2. gewichtsverlies
  3. nachtzweten
  4. vermoeidheid

Verder zijn de klachten afhankelijk van de organen waar de granulomen zich bevinden.
Concentreert de ziekte zich in de longen dan leidt het tot klachten als:

  1. kortademigheid of een
  2. chronische hoest.

Bij aantasting van gewrichten leidt het tot:

  1. gewrichtspijn

Bij aantasting van de lymfeklieren:

  1. opzwellen van lymfeklieren  in de lies en/of hals.

Bij granulomen in de ogen ontstaan:

  1. oogproblemen.


Een ACE-bepaling alleen is voor het stellen van de diagnose sarcoϊdose niet genoeg.  Bij gezonde mensen is de hoeveelheid ACE in het bloed ongeveer 12-86 U/l. Bij circa 15 % van de sarcoϊdose patiënten is de ACE-waarde niet verhoogd. Normale waarden worden ook gezien bij longtuberculose en longfibrose, ziekten waarvan de symptomen lijken op die van sarcoϊdose.


Verhoogde waarden komen van nature voor bij jonge mensen (jonger dan 20 jaar). Op oudere leeftijd daalt de concentratie ACE naar een stabiel laag niveau. Een verhoogde ACE-waarde kan voorkomen bij sarcoïdose (maar niet altijd) en ook bijvoorbeeld in geval van een verhoogde schildklierwerking, (hyperthyreoϊdie), suikerziekte (Diabetes Mellitus), roken en alcoholisme.

Een verhoogde ACE-waarde wijst mogelijk op sarcoïdose. ACE-waarden stijgen of dalen bij een verergering of verbetering van sarcoïdose. Bovendien komt een hoger dan normaal ACE-waarden voor bij verschillende andere ziekten zoals:

  1. alcoholische levercirrose
  2. amyloïdose (afzettingen van amyloïde in weefsels en organen met symptomen aan hart, huid, maag en darmen, lever, nieren en hersenen)
  3. de ziekte van Gaucher: Deze zeldzame stapelingsziekte kenmerkt zich door een vergrote milt (splenomegalie), huidpigmentaties, bijziendheid (myopie), longfibrose (littekenvorming in longen met kortademigheid) en het snel ontwikkelen van bloedingen en blauwe plekken (hemorragische diathese). Bij de ziekte van Gaucher ontstaan tevens vaak spontane fracturen (breuken) als gevolg van het verdwijnen van beenweefsel (osteolyse) door beenweefsel absorberende cellen (osteoclasten) en cellen die lichaamsvreemde cellen opruimen (macrofagen).
  4. diabetes mellitus (suikerziekte)
  5. een gezwollen lever en een leverontsteking (hepatitis) als gevolg van (overmatig) alcoholgebruik
  6. een Hodgkin-lymfoom (kanker van lymfesysteem met vergrote lymfeklieren, koorts en vermoeidheid)
  7. een lymfoom
  8. een overactieve schildklier (hyperthyreoïdie)
  9. het chronisch gebruik van corticosteroïden (meestal prednison) bij astma of andere auto-immuunaandoeningen
  10. het nefrotisch syndroom (nierziekte met te veel eiwit in urine)
  11. hiv / aids
  12. lepra: Dit is een bacteriële besmettelijke ziekte waarbij gepigmenteerde huidletsels, gevoelloosheid, spierzwakte en allerlei oogaandoeningen ontstaan. Meestal echter gebruikt de arts een huidonderzoek of een combinatie van het bloedonderzoek met het huidonderzoek om de diagnose van lepra te stellen.
  13. longaandoeningen zoals asbestose, astma, berylliose (metaalvergiftiging door blootstelling aan beryllium), emfyseem, longkanker, longfibrose (littekenweefsel in de longen), mucoviscidose (taaislijmziekte met verstopping van organen), silicose en chronisch obstructief longlijden (COPD)
  14. premature baby's met het acute respiratory distress syndroom
  15. psoriasis (chronische huidziekte met droge huid en schilfers)
  16. schimmelinfecties, zoals histoplasmose, blastomycose en coccidioidomycose (milde infectie met symptomen aan huid en longen)
  17. tuberculose

Een verlaagde ACE-waarde komt voor bij een slechte schildklierfunctie en na het toedienen van ACE-remmers (middel tegen hoge bloeddruk).

Een lager ACE-niveau wijst mogelijk op volgende aandoeningen:

•          anorexia nervosa (eetstoornis met obsessief bezig zijn met voeding en gewicht, een vervormd lichaamsbeeld en fysieke en psychische symptomen)

•          een chronische leverziekte

•          een traag werkende schildklier (hypothyreoïdie)

•          het chronisch gebruik van corticosteroïden (meestal prednison) bij astma of andere auto-immuunaandoeningen

•          ondervoeding

Beschikbare consulten:

-Telefonisch consult HelloDoc   



Place comment