PSA (Prostaat Specifiek Antigeen)


Wat betekent de uitslag van PSA (Prostaat Specifiek Antigeen)?

Het Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) is een eiwit dat normaal in geringe mate in het bloed aanwezig is. Het wordt gevormd in het klierweefsel van de prostaat, zowel in een gezonde als in een zieke prostaat. Het is waarschijnlijk een maat voor activiteit van bepaalde delen van het prostaatweefsel, maar het is nog niet duidelijk waardoor de verschillende PSA-waarden worden veroorzaakt. Wel is duidelijk dat bij het ouder worden het PSA-gehalte in het bloed kan stijgen zonder dat er afwijkingen aan de prostaat worden gevonden.

PSA is momenteel de belangrijkste substantie in het bloed om prostaatkanker vast te stellen. Sinds de ontdekking (pas in 1971 werd PSA voor het eerst gevonden) is men dit steeds vaker gaan onderzoeken en dit heeft geleid tot een forse toename van het aantal vroeg ontdekte prostaatkankers. Echter, spoedig bleek ook dat niet bij alle vormen van prostaatkanker het PSA verhoogd is en dat lang niet iedere verhoging ook gepaard gaat met kanker.

Bij waarden in het grijze gebied (zie ook waarden en interpretatie) is het nuttig om ook de verhouding tussen vrij PSA en totaal PSA (free ratio) te meten. Als deze waarde kleiner is dan 0,25 dan neemt de waarschijnlijkheid voor prostaatkanker toe. 1 op de 6 patiënten met een waarde van minder dan 0,25 heeft daadwerkelijk prostaatkanker. 

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de meeste levensbedreigende prostaattumoren erg langzaam groeien. Hierdoor stijgt het PSA slechts langzaam. De invloed van prostaatvergroting en -ontsteking is dan zo groot dat het vermogen om agressieve tumoren te voorspellen aan de hand van een verhoogd PSA-gehalte geheel verdwenen is.

De interpretatie van de PSA-uitslag is niet eenvoudig want met de leeftijd neemt het PSA-gehalte in het bloed toe, zonder dat er sprake hoeft te zijn van enige afwijking aan de prostaat. Boven de 50 jaar blijken 2 op elke 10 mannen (20%) een verhoogde PSA-waarde te hebben. Die verhoogde waarde kán op prostaatkanker wijzen, maar komt ook voor bij een goedaardige prostaatvergroting, een urineweginfectie of een prostaatontsteking. Daarom is bij een verhoogde PSA-waarde altijd aanvullend onderzoek nodig. Echter, hoe hoger de PSA-waarde is, des te aannemelijker het is dat er sprake is van prostaatkanker.

De PSA “normaalwaarden” verschillen as per laboratorium waardoor vergelijking tussen verschillende ziekenhuizen soms lastig is. De waarde van het PSA is veelal ook leeftijdsafhankelijk.  

Met het ouder worden en het groeien van de prostaat zal ook het PSA stijgen.

 Gemiddelde normaalwaarden per leeftijdscategorie                            

 Leeftijd
 Waarde normaal is kleiner dan;

 40-49

 

 50-59

 

 60-69

 

 70-79

 

Wanneer een totaal PSA gevonden wordt tussen de 4 en 10 ug/l, is het zinvol ook een vrij PSA te laten bepalen. 

Bij goedaardige prostaat-aandoeningen is de quotient vrij PSA/totaal-PSA normaal gesproken groter dan   0.2. Alleen bij een significante verhoging van het totale PSA kunnen hieruit conclusies getrokken worden.

Indien de ratio vrij/totaal PSA groter is dan 0,20, is het veilig om af te zien van verder onderzoek.

Goedaardige prostaatvergroting
De groei van het prostaat kent verschillende oorzaken waardoor plasklachten kunnen ontstaan. De urologen kunnen diverse onderzoeken doen naar de oorzaak van de plasklachten. Als deze worden veroorzaakt door de groei van het prostaat zijn er diverse behandelingen mogelijk.

De prostaat
De prostaat is een klier die prostaatvocht produceert voor de zaadcellen. De zaadcellen en het prostaatvocht vormen samen sperma. De prostaat bevindt zich aan de uitgang van de blaas, rondom het eerste stuk van de urinebuis.

Prostaatgroei
Naarmate de man ouder wordt neemt het volume van de prostaat toe. Het gewicht van een prostaat kan variëren van 10 tot
300 gram. De groei van de prostaat wordt beïnvloed door testosteron (mannelijk hormoon).

Blaasuitgangobstructie
De prostaat ligt om de urinebuis heen. Als de prostaat groeit kan deze de urinebuis dichtdrukken. Dit leidt tot een vernauwing of afsluiting van de blaasuitgang (obstructie). Hierdoor kan de urine moeilijk uit de blaas en ontstaan plasproblemen.

  • statische component

De groei van klierweefsel van de prostaat noemen we de onveranderlijke (statische) component van de afsluiting.

  • dynamische component

Ongeveer 40% van de prostaat bestaat uit (gladde) spiercellen die zich kunnen samentrekken. Door deze samentrekking kan ook een vernauwing in de plasbuis ontstaan. Dit is de ‘dynamische component’ van de afsluiting.

Deze samentrekking is niet voortdurend aan de orde en daarom treden de klachten m.b.t. tot het plassen niet constant op.
Veel behandelingen van de blaasuitgangobstructie met medicijnen zorgen dat de spiercellen zich weer ontspannen om zo het plasprobleem te verminderen.

De plasklachten die het meeste voorkomen bij een vergrote prostaat zijn:

  • een minder krachtige urinestraal
  • moeilijk kunnen beginnen met plassen
  • nadruppelen
  • urineverlies
  • aandrangklachten
  • zeer vaak moeten plassen
  • ’s nachts regelmatig moeten plassen
  • onderbroken straal

Deze klachten wijzen niet altijd op prostaatproblemen.

Wanneer de PSA totaal > 4.0 dan kan vrij PSA worden toegevoegd.

Vanaf een PSA boven de 10 is de berekening van vrij PSA niet meer betrouwbaar, als vervolg op de uitslag van PSA totaal.

Die verhoogde waarde kan op prostaatkanker wijzen, maar komt ook voor bij een goedaardige prostaatvergroting, een urineweginfectie of een prostaatontsteking. Daarom is bij een verhoogde PSA-waarde altijd aanvullend onderzoek nodig zoals de vrij PSA meting. Echter, hoe hoger de PSA-waarde is, des te aannemelijker het is dat er sprake is van prostaatkanker.

Met het ouder worden en het groeien van de prostaat zal ook het PSA stijgen.

Beschikbare nabepaling bij PSA tussen 4 en 10:
-Vrij PSA meting


Beschikbare consulten:
-Telefonisch consult HelloDoc

Place comment