AMH

Wat betekent AMH?

anti-Müller-hormoon (AMH)  kan tussen de  0.10 - 2.96 ng/ml liggen

AMH-spiegel bij vrouwen

fertiele fase : 1.0 - 8.0 ng/ml

verminderde fertiliteit: 0.4 - 1.0 ng/ml

infertiele fase :

PCO : > 8.0 ng/ml


Met een eenmalige meting van het Anti-Müller-Hormoon (AMH) in het bloed kan de leeftijd waarop een vrouw de menopauze bereikt vrij nauwkeurig geschat worden. Dat melden onderzoekers van de University of Medical Science in Teheran op het congres van de European Society of Human Reproduction and Embryology in Rome. Ramezani Tehrani ontwikkelde een statistisch model om de menopauzeleeftijd vanuit een enkelvoudige meting van de AMH-concentratie te schatten. Dit model paste zij toe op de AMH-concentraties die op de verschillende momenten in het reproductieve leven van de vrouwen zijn gemeten. De schatting kwam bij 63 vrouwen die gedurende het onderzoek de menopauze bereikten goed overeen met de werkelijke uitkomst: het verschil bedroeg hooguit vier maanden. Bij verschillende leeftijden heeft Ramezani Tehrani een soort van grenswaarden voor de concentratie AMH vastgesteld die wijzen op een vroege (jonger dan 45) dan wel late (ouder dan 50) menopauze. De AMH-concentratie die wijst op een vroege menopauze is bij vrouwen van respectievelijk 20, 25 en 30 jaar maximaal 4,1 ng/ml. 3,3 ng/ml en 2,4 ng/ml. Voor een late menopauze moet bij deze drie leeftijdsgroepen de AMH-concentratie minstens 4,5 ng/ml, 3,8 ng/ml en 2,9 ng/ml bedragen.

Volgens Ramezani Tehrani is dit onderzoek een eerste voorspelling van de menopauzeleeftijd die voortkomt uit een bevolkingsonderzoek. "We geloven dat onze schattingen van de menopauzeleeftijd op basis van AMH-concentraties voldoende valide zijn voor praktiserend artsen om vrouwen te helpen met hun gezinsplanning. Al ver voor het bereiken van de menopauze kan een realistische schatting van de reproductieve status worden gemaakt. Bijvoorbeeld als een vrouw van 20 een serumconcentratie van 2,8 ng/ml heeft, denken we dat ze tussen 35 en 38 jaar in de menopauze zal komen." Ramezani Tehrani erkent dat haar studie nog van geringe omvang is. De resultaten zullen moeten worden bevestigd in een groter onderzoek met een langere follow-up.

PCO

PCO-S staat voor poly cysteus ovarium syndroom. Op echoscopische afbeelding zijn vele kleine cysten in de eierstok te zien. Daar is de naam van afgeleid: poly (veel) cysten in de ovaria (eierstokken).

De diagnose wordt gesteld door 2 van de volgende 3 symptomen:

  1. Als eerste eisprong problemen, dat houdt in: minder vaak of geen eisprong.
  2. Als tweede een overmaat aan mannelijk hormoon.
  3. Als derde een typisch echoscopisch beeld; vele kleine cysten in de eierstok.

PCOS is een ingewikkelde hormonale stoornis. Gezondheidsproblemen komen in verschillende mate voor en op verschillende vlakken. Vaak zijn er problemen met zwanger worden. Maar er zijn ook problemen in de stofwisseling van vetten en op psychisch vlak.

PCOS komt bij 10 tot 12% van de vrouwen voor.

De hormonen die de eierstokken (ovaria) aansturen zijn bij PCOS uit balans. FSH, het Follikel stimulerend hormoon, zorgt ervoor dat in eierstokken eitjes groeien. LH, Luteïniserend hormoon is het hormoon dat het eitje laat springen. Bij PCOS is het LH continu hoger dan het FSH. Hierdoor rijpt er geen eitje, komt er geen eisprong en is er geen kans op zwangerschap.

De stofwisseling is anders bij PCOS-patiënten. Dit komt tot uiting in een verkeerde balans in de vetten. De ongezonde vetten LDL en cholesterol zijn verhoogd ten opzichte van de gezonde vetten HDL. Vaak is ook de suikerstofwisseling anders. Er is een neiging tot suikerziekte type II.

Door een teveel aan mannelijk hormoon (hyper androgenisme) zijn er klachten van overmatige haargroei, acne en kaalheid.

De veranderde stofwisseling geeft daarnaast overgewicht en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

Klachten van stress komen meer voor bij PCOS-patiënten. Ten opzichte van vrouwen die geen PCOS hebben komen depressies 4 keer zo vaak voor en angstklachten komen 6 keer zo vaak voor.

Niet elke vrouw met PCOS loopt het zelfde gezondheidsrisico, waardoor niet elke vrouw met PCOS dezelfde behandeling of preventieve maatregelen nodig heeft. Het individuele gezondheidsrisico hangt af van het PCOS-type en omgevingsfactoren als bijvoorbeeld leeftijd.

Patiënten krijgen het advies af te vallen. En dat is lastig. Maar een dalende lijn is al goed. Hierdoor komt er een andere en betere balans in de hormonen. Behandeling om een eisprong op te wekken gaat dan ook makkelijker.

Met betrekking tot de vruchtbaarheidsproblemen is het belangrijk om een eisprong te hebben. Deze kan worden opgewekt met 'clomifeencitraat tabletten'. Kort na de menstruatie wordt gedurende 5 dagen een tablet clomifeencitraat ingenomen. De hersenen denken dan dat de eierstokken niet werken. De hersenen maken daardoor meer FSH aan waardoor de eierstokken worden aangezet om een eicel te rijpen.

Wanneer hiermee geen eisprong tot stand komt, wordt gebruik gemaakt van het toedienen van FSH. Dit kan alleen via “prikken” worden toegediend. Ook moet het effect van deze behandeling veel scherper met echoscopisch onderzoek worden gecontroleerd. Het FSH wordt puur nagemaakt of uit urine van vrouwen met een jonge zwangerschap gehaald (moeders voor moeders).

Wanneer het lukt om een regelmatige eisprong op te wekken, zijn er, door regelmatig geslachtsgemeenschap te hebben, kansen op een zwangerschap. Wanneer een zwangerschap uitblijft kan inseminatie (zaad rechtstreeks in de baarmoeder brengen) nodig zijn. Blijft een zwangerschap nog steeds uit kan worden overgegaan tot reageerbuis bevruchting.

Mensen met een PCOS doen er goed aan om er een gezonde leefstijl op na te houden. Daarnaast is het te overwegen, wanneer u bij de huisarts bent, te praten over uw individueel risico om hart- en vaatziekten te ontwikkelen. Zie ook de folder ' PCO-S' van het NVOG.

Beschikbare consulten:

-Telefonisch consult HelloDoc   

Relevante blogs:

https://info.bloedwaardentest.nl/praktijkvragen/kan-je-het-amh-hormoon-ook-testen-als-je-aan-de-pil-bent/

https://info.bloedwaardentest.nl/praktijkvragen/met-welke-test-kan-ik-zien-of-ik-in-de-overgang-ben/

Place comment