Hypofyse

Wat betekent hypofyse?

Vrij T4

Een hoge vrije T4 uitslag past bij een overactieve schildklier (hyperthyreoïdie), terwijl een lage vrij T4 zou kunnen wijzen op een te weinig actieve schildklier (hypothyreoïdie). De FT4 testuitslag alléén is onvoldoende voor een diagnose, maar kan voor de arts aanleiding zijn om extra onderzoek uit te voeren naar de oorzaak van het tekort of het teveel aan schildklierhormoon.

TSH Schildklier

Verhoogd: Een verhoogde TSH, dus hoger dan 5,0 mE/L, betekent meestal dat de schildklier te weinig schildklierhormoon maakt (‘trage schildklier' oftewel hypothyreoïdie). De hypofyse krijgt meestal wel het signaal om meer TSH te maken, en dat gebeurt, maar vervolgens is de schildklier niet goed in staat om te reageren op TSH en extra schildklierhormonen aan te maken. In zeldzame gevallen komt het voor dat de hypofyse niet goed functioneert en daardoor te veel TSH maakt. Bij een patiënt die behandeld wordt met synthetisch schildklierhormoon betekent een hoge TSH dat de patiënt te weinig schildklier hormoon krijgt.

Verlaagd: Een lage TSH, dus een uitslag lager dan 0,35 mE/L, betekent meestal een overactieve schildklier (oftewel hyperthyreoïdie) of een patiënt die te veel schildklierhormoon toegediend krijgt. Zeldzaam is een afwijking van de hypofyse waarbij er te weinig TSH gemaakt wordt. Wanneer het TSH te hoog of te laag is, betekent dit dat de afgifte van schildklierhormoon niet goed is. Om daar de precieze oorzaak van te achterhalen, is verder onderzoek nodig. Een onderdeel van dit onderzoek bestaat uit het meten van de schildklierhormoon (meestal betreft dit alleen het vrije T4).

LH

De gemeten waarden zijn afhankelijk van de testmethode. Daarom variëren de referentiewaarden van laboratorium tot laboratorium. Gemiddelde waarden zijn in de tabel samengevat. Daarnaast variëert de concentratie van LH bij vrouwen per dag van de menstruele cyclus. Voor een goede interpretatie is het van belang om te weten op welke dag van de menstruele cyclus bloed is afgenomen (rondom eisprong of niet).

Dit zijn de referentiewaarden voor de door ons laboratorium gehanteerde testmethode

    folliculair 2.4 - 6.6 IU/L (folliculaire fase)

    midcyclisch 9.1 - 74.2 IU/L (ovulatie fase)

    luteaal 0.9 - 9.3 IU/L (luteale fase)

    post-menopausaal 10.4 - 64.6 IU/L (na de menopauze)

Verhoogd: Bij ongewenste kinderloosheid kunnen te hoge LH en FSH waarden wijzen op niet goed functionerende eierstokken of zaadballen. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door eerder doorgemaakte ziekten (bof), chemotherapie of bestraling, niet (volledig) indalen van de zaadballen in de jeugd, vroegtijdige menopauze of aangeboren afwijkingen (o.a syndroom van Klinefelter bij mannen, syndroom van Turner bij vrouwen). Ook bij cyclusstoornissen zoals bij polycysteus ovarium syndroom kunnen verhoogde LH waarden gevonden worden.

Verlaagd: Te lage waarden kunnen wijzen op een slecht werkende hypofyse. Oorzaken voor een slecht werkende hypofyse zijn o.a. ernstig ondergewicht, anorexia, stress en tumoren in de hersenen die de functie van de hypofyse of hypothalamus belemmeren.

Bij bepaalde vormen van bijnier-, zaadbal- of eierstokkanker die samengaan met een verhoogde productie van geslachtshormonen (testosteron en oestradiol) worden verlaagde waarden van LH en FSH gevonden.

Daarnaast zijn tijdens het gebruik van de anticonceptiepil en hormoontherapie tijdens de overgang (oestrogeentherapie), LH waarden verlaagd. Ook tijdens zwangerschap zijn LH- en FSH-waarden verlaagd.

FSH

Bij oudere vrouwen kan FSH worden bepaald om vast te stellen of de vrouw in de overgang (menopauze) is.

Afhankelijk van in welke fase u zit, dient de uitslag geïnterpreteerd te worden.

Dit zijn de referentiewaarden voor de door ons laboratorium gehanteerde testmethode

    folliculair 3.0 - 8.1 IU/L (folliculaire fase voor de eisprong)

    midcyclisch 2.5 - 16.7 IU/L (ovulatie fase)

    luteaal 1.4 - 5.5 IU/L (luteale fase na de eisprong)

    post-menopausaal 26.7 - 133.4 IU/L (na de menopauze)

    Verhoogd: Bij ongewenste kinderloosheid kunnen te hoge FSH en LH waarden wijzen op niet goed functionerende eierstokken of zaadballen. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door eerder doorgemaakte ziekten (bijvoorbeeld bof), chemotherapie of bestraling, tumoren, niet (volledig) indalen van de zaadballen in de jeugd, vroegtijdige menopauze en aangeboren afwijkingen (o.a. syndroom van Klinefelter bij mannen, syndroom van Turner bij vrouwen).

    Verlaagd: Te lage waarden kunnen wijzen op een slecht werkende hypofyse. Oorzaken kunnen zijn: ernstig ondergewicht en anorexia en tumoren in de hypofyse of hypothalamus.

Prolactine

Om de oorzaak van onverklaarbare melkafscheiding uit de tepels op te sporen, om vruchtbaarheidsproblemen te onderzoeken en om de aanwezigheid van een prolactinoom (tumor in de hypofyse) vast te stellen.

Verhoogd: De hoeveelheid prolactine is verhoogd gedurende de zwangerschap en wanneer borstvoeding gegeven wordt. Sommige lichamelijke stoornissen kunnen leiden tot een verhoogde prolactinewaarde bijvoorbeeld anorexia nervosa, nierziekten, een verstoord (geslachts-)hormoonevenwicht of de aanwezigheid van een prolactinoom (een goedaardige tumor in de hypofyse die prolactine produceert). Ook het gebruik van sommige medicijnen kan leiden tot verhoging van prolactine bijvoorbeeld oestrogenen, tricyclische antidepressiva, tranquillizers, sommige bloeddrukverlagers en middelen die gebruikt worden om oprispingen vanuit de maag te behandelen.

Verlaagd: Lage concentraties van prolactine kunnen wijzen op een stoornis van de hypofysefunctie. Ook gebruik van sommige geneesmiddelen kan een verlaging veroorzaken, bijvoorbeeld dopamine en andere middelen die het zenuwstelsel beïnvloeden.

Testosteron

Verlaagd:

Bij jongens/mannen: late puberteit, door zaadballen die geen/slecht testosteron kunnen maken (bv klinefeltersyndroom), doordat de hersenen geen LH meer maken en daardoor de zaadballen niet aangestuurd worden om testosteron te gaan maken.

Verhoogd:

Bij meisjes/vrouwen: bij het polycysteus ovarium syndroom (PCOS), bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.

Bij mannen: bij testosteron injecties (anabolen gebruik in met name sportscholen) of door een tumor.

Bij jongens: door een te vroege puberteit, bij adreno genitaal syndroom (AGS) of door een tumor.

Let op: tijdens de zwangerschap/tijdens pilgebruik gaan de bindende eiwitten stijgen en zal het totaal testosteron ook verhoogd kunnen zijn. Daarom zal de arts een "vrij"- testosteron test aanvragen waarbij uitsluitend het vrije (niet aan SHBG of albumine gebonden) testosteron wordt bepaald. De hoeveelheid vrij testosteron kan ook berekend worden met behulp van de uitslagen van het totale testosteron, SHBG en albumine. Het vrije testosteron is actief.

Oestradiol

Oestradiol wordt gemaakt uit de mannelijke steroïdhormonen testosteron en androgenen. Hiervoor is het enzym aromatase nodig. De rijpende follikels bevatten veel aromatase en er worden veel androgenen gemaakt.

Verhoging van de hoeveelheid oestradiol komt voor bij:

    hormoonbehandeling

    omzetting van androgenen in vetweefsel bij overgewicht (vaak is ook oestron verhoogd).


Verlaging van de hoeveelheid oestradiol komt voor bij:

    vrouwen in/na de overgang

    beschadiging van de hypofyse of hypothalamus

    behandeling met oestrogeenremmende therapie

Somatomedine of IGF-1 Insulin-like Growth Factor I 

De test bepaalt de hoeveelheid IGF-1 in het bloed. IGF-1 is een eiwithormoon, dat verwant is aan insuline. Het wordt voornamelijk gemaakt in de lever en regelt de groei. De aanmaak van IGF-1 wordt geregeld door groeihormoon (GH) dat geproduceerd wordt in de hypofyse, een belangrijke hormoonklier in de hersenen. Een tekort of een overmaat van IGF-1 hangt direct samen met een tekort of een overmaat aan GroeiHormoon.

De hoeveelheid IGF-1 in het bloed is zeer sterk afhankelijk van de leeftijd. Gedurende de kinderleeftijd stijgt het geleidelijk met een zeer hoge piek gedurende de puberteit. IGF-1 stimuleert de lengtegroei van de botten en de aanmaak van spierweefsel. Daarna daalt het weer enigszins. Gedurende de verdere toename van de leeftijd daalt de hoeveelheid IGF-1 bij

Voor elke leeftijd gelden  bijbehorende boven- en ondergrenzen. Omdat er verschillende meetmethodes zijn, die onderling verschillende uitslagen geven, is er niet één tabel met standaardreferentiewaarden.

Verlaagd: Een tekort aan IGF-1 is het gevolg van een tekort aan groeihormoon (HgH). Het leidt op de kinderleeftijd tot te kleine lengte en bij volwassenen tot afname van spiermassa, botontkalking en toename van cholesterol in het bloed. Een tekort aan groeihormoon is meestal het gevolg van een beschadiging van de hypofyse of de aanwezigheid van een tumor in de hypofyse, die de groeihormoon producerende cellen verdringt.

Verhoogd: Een overmaat aan IGF-1 is het gevolg van een overmaat aan groeihormoon. Het leidt bij kinderen die nog niet in de puberteit zijn tot overmatige lengtegroei. Bij volwassenen leidt het tot extra groei van handen en voeten en toename van kraakbeenweefsel. Dit gaat gepaard met een geleidelijke vergroving van de gelaatstrekken (acromegalie). Overmatige aanmaak van GH is meestal het gevolg van de aanwezigheid van een goedaardige GH-producerende tumor in de hypofyse.

Met IGF-1 wordt het effect van de GH-onderdrukkende therapie bij acromegalie gecontroleerd. Hierbij wordt gestreefd naar gemiddelde IGF-1 waarden. Ook de behandeling van een GH-tekort met synthetisch GH wordt vervolgd middels IGF-1. Afhankelijk van het behandeldoel wordt gestreefd naar gemiddelde IGF-1 waarden (onderhoudsdosis) of naar hoog-normale waarden.

Cortisol

De cortisolwaarden in bloed variëren met het tijdstip van de dag.

Voor het interpreteren van uw uitslag dient u dus het tijdstip van uw bloedafname in acht te nemen voor het lezen van de uitslag.

Tijdstip van de dag    Normaal    Verhoogd

's ochtends    0.138 - 0.635 μmol/L    hoger da n0. 800 μmol/L

's middags    0.083 - 0.442 μmol/L    meer dan 0. 500 μmol/L

's avonds     0.083 - 0.276 μmol/L    meer dan 0.300 μmol/L

Het cortisolgehalte in bloed is 's ochtends vroeg direct na het ontwaken het hoogst en 's avonds laag. Bij mensen die werken in onregelmatige diensten en ook ‘s nachts is het cortisolpatroon vaak ontregeld.

Beschikbare consulten:

Telefonisch consult HelloDoc



Place comment